No. 9 Ten O. van laatstgemeld huis stond het gebouw van het gasthuis van Gijsbert van den Broeck, die tot eene familie behoorde, welke oudtijds in den Bosch zeer in aanzien was en aldaar in de St. Janskerk had een marmeren gestoelte tot zitplaats en eenen kelder met koperen zerk tot graf 1).
Zooals deszelfs naam het reeds aanduidt werd dit gasthuis door genoemden van den Broeck gesticht en wel bij zijn testament van 19 Juni 1464, waarbij hij bepaalde, dat het zou dienen tot verblijf van zeven mannen, ouder dan 50 jaren, en hunne dienstmeid.
Den 29 September 1789 is het gebouw van dit gasthuis door zijnen rentmeester Philippus de Bergh verkocht en thans is het eene smederij. Het gasthuis zelf werd in datzelfde jaar vereenigd met het in 1617 door Jan van Sambeek in de Windmolenbergstraat gesticht gasthuis alsmede met de oude mannengasthuizen van Jacob Uter Oisterwijck, Gerard de Weert en Jan Moons, voor alle welke gasthuizen toen een gebouw is aangekocht geworden in de Peperstraat te den Bosch.
| 365 |
Noten | |
1. | Men zie over hem en zijn geslacht Taxandria VI blz. 109 en blz. 161 en vlgd.; XV blz. 35, alsmede M. Balen Beschrijving van Dordrecht. |
1987 |
H.R. WolfDe archieven van de particuliere gasthuizen te Den Bosch 1302-1811Centraal bureau Godshuizen/Archief Godshuizen (Den Bosch 1987) |
1964 |
dr. J.P.A. CoopmansDe rechtstoestand van de godshuizen te 's-Hertogenbosch vóór 1629Zuid-Nederlandsche Drukkerij N.V. | 's-Hertogenbosch 1964 |
J.H. van Heurn, Beschrijving der Stad 's-Hertogenbosch (2022) 353, 365
L.H.C. Schutjes, Geschiedenis van het bisdom 's-Hertogenbosch (1876) IV. 526
Aart Vos, 's-Hertogenbosch : De geschiedenis van een Brabantse stad 1629-1990 (1997)